INFORMATIE VOOR ZORGVERLENERS
Een zorgverlener is wettelijk verplicht cliënten toestemming te vragen voor zorg- en behandelplannen. Als uw cliënt niet in staat is daarover beslissingen te nemen, biedt de wet verschillende vormen van vertegenwoordiging. Mentorschap is er daar één van.
In de nieuwe wet Zorg en Dwang krijgt de zorgverlener de verplichting om vertegenwoordiging aan te vragen voor cliënten die moeite hebben de regie over hun leven te houden.
WAT KAN EEN MENTOR VOOR ZORGVERLENERS BETEKENEN?
De mentor bezoekt haar cliënt geregeld. Zij is betrokken bij de cliënt en spant zich in om zijn of haar wensen en behoeften te leren kennen. Dit maakt een mentor voor zorgverleners een aanspreekpunt. Wanneer de cliënt moeite heeft om beslissingen te nemen, kan de zorgverlener met de mentor overleggen. Het resultaat is een juiste aansluiting tussen het aanbod van de zorgverlener en de behoefte van de cliënt. Dit draagt bij aan de kwaliteit van de zorg die de cliënt ontvangt.
Een gemeenschappelijk doel
De basis van de samenwerking tussen de mentor en de zorgverleners is hun gemeenschappelijke doel: het leven van de cliënt zo goed mogelijk te laten verlopen door het realiseren van kwalitatief goede zorg en ondersteuning. In een situatie waarin de cliënt dat zelf niet kan, nemen de mentor en de zorgverlener elk vanuit hun eigen kader de best mogelijke beslissing voor de cliënt.
WIE BEPAALT DE WILSBEKWAAMHEID VAN EEN CLIËNT?
Het is aan de zorgverlener om bij een behandelingsbeslissing de wilsbekwaamheid van de cliënt te beoordelen. Als de cliënt een mentor of andere vertegenwoordiger heeft, is het ook aan hem om zich een beeld te vormen van de wilsbekwaamheid van de cliënt.
De zorgverlener legt de beoordeling van de wilsbekwaamheid vast in het dossier van de cliënt. Daarin beschrijft hij de inhoud van en de wijze waarop de informatie aan de cliënt is verstrekt en de wijze waarop tot de beslissing over de wilsbekwaamheid tot stand is gekomen.
De zorgverlener heeft de verantwoordelijkheid een goed hulpverlener te zijn. Dit betekent dat de mentor een zorgverlener niet kan dwingen een behandeling te verrichten die zij of een andere vertegenwoordiger als wenselijk zien, maar die de zorgverlener niet verenigbaar acht met de zorg van een goed hulpverlener.
WANNEER VRAAGT U MENTORSCHAP AAN VOOR EEN CLIËNT?
Een zorginstelling kan mentorschap aanvragen voor cliënten die tijdelijk, blijvend of ten aanzien van bepaalde onderwerpen wilsonbekwaam zijn. Een cliënt is wilsonbekwaam als hij de informatie over zijn ziekte of de behandeling niet kan begrijpen, niet in staat is om zelf een besluit te nemen en de gevolgen van een eventueel genomen besluit niet kan overzien.
Bij de bepaling van de wilsonbekwaamheid kan de zorgverlener rekening houden met (het samenspel van) de volgende onderwerpen: